23 juli 2019 – Wat is belangrijk om in je achterhoofd te houden als je communiceert over mensen met een psychische aandoening? Zes tips voor woordvoerders.
Communiceer ‘inclusief’ en ga uit van diversiteit: bedenk dat personen met een psychische aandoening allereerst mensen zijn als iedereen: ouders, collega’s, buren, vrienden. Met ieder zijn eigenaardigheden, dromen, verlangens, successen en mislukkingen. De lijn tussen wel en geen aandoening is dun: het kan iedereen overkomen. Jou ook. Wij-zij denken creëert schijntegenstellingen. Realiseer je dit en zoek naar andere oplossingen.
Gebruik genuanceerde taal en beelden als het gaat over psychische aandoeningen. Ga uit van veerkracht, herstel waar mogelijk. Maar wees er ook niet geheimzinnig over: bagatelliseren kan evengoed stigmatiserend werken.
Extreme gebeurtenissen krijgen veel aandacht in de media. Zo werkt het nu eenmaal in de journalistiek. Maar je kunt daar wel iets tegenover zetten om evenwicht te bewaren. Geef goede voorlichting die een oprecht en evenwichtig beeld geeft van het leven van mensen met een psychische kwetsbaarheid.
Wees empathisch. Ga uit van de rol en positie van mensen waarom het gaat. Zeg bijvoorbeeld dat ‘onze cliënten recht hebben op privacy, stel jezelf eens voor in zo’n situatie’ en niet dat ‘het beroepsgeheim niet toelaat dat ik nadere mededelingen doe’. Inhoudelijk zeg je hetzelfde, maar het eerste statement is persoonlijk en beschermend en het tweede zakelijk en defensief.
Toets je communicatie bij cliënten. Overleg met hen over de lijn van je woordvoering.
Als de berichtgeving er helemaal naast zit, doe dan niet aan publieke naming en shaming. Benader de journalist persoonlijk, leg uit waar de pijn zit en doe suggesties voor een andere en betere berichtgeving.
Lees alle tips in de folder ‘Gouden regels stigma en woordvoering‘.
Destigmatisering bij incidenten
Het is niet eenvoudig om destigmatiserend te communiceren als je tijdens een incident in de media onder vuur ligt. Media gaan regelmatig op zoek naar een ‘zondebok’, iemand (een persoon of een organisatie) die ‘schuld’ heeft aan het incident, die is tekortgeschoten in de zorg of die de belangen van de ‘gewone burger’ (de kijker, luisteraar of lezer) onvoldoende heeft beschermd.
Het risico op reputatieschade voor de organisatie is op zo’n moment groot. Van communicatieprofessionals wordt verwacht dat ze die schade weten te beperken. Dat is een legitieme doelstelling, maar het mag niet ten koste gaan van de reputatieschade bij mensen met een psychische aandoening in het algemeen. Sterker nog: beperking van die reputatieschade zou de eerste prioriteit moeten zijn. Hoe pak je dat aan? Je leest het in het werkdocument ‘Destigmatisering bij incidenten‘.
Bron: samensterkzonderstigma.nl
Dit bericht is 6370 keer gelezen.