1 december 2015 – Zorgverzekeraars mogen onderling en in samenspraak met patiëntenorganisaties en koepels van aanbieders bepalen welke zorg onder de basisverzekering valt. Komen zij er niet uit dan is het aan het Zorginstituut Nederland om een eenduidige uitleg van de aanspraak te geven. Dat stelt Minister Schippers in een kamerbrief over de rol van zorgverzekeraars, ZN, zorgverleners en patiëntenorganisaties bij de bepaling of interventies tot het verzekerde pakket behoren.
In de Kamerbrief concludeert de Minister dat zorgverzekeraars in overleg met zorgverleners en patiëntenorganisaties de stand van de wetenschap en praktijk mogen uitleggen. Daarbij geldt dat voor iedere verzekerde de inhoud en omvang van het basispakket gelijk moet zijn, ongeacht diens verzekering. Zijn zorgverzekeraars het onderling of met koepelorganisaties van patiënten en zorgverleners niet met elkaar eens, dan moet het Zorginstituut Nederland (ZINL) een standpunt innemen en het eenduidig uitleggen.
Verder spreekt de Minister de zorgverzekeraars aan op de uitvoerbaarheid van hun beleid, wanneer zij verschillende eisen stellen voor vergoeding, bijvoorbeeld het verstrekken van een machtiging. Tot slot heeft ZN begin 2015 al bepaald dat zorgverzekeraars wijzigingen in vergoedingen pas in mogen laten gaan vanaf 1 januari van het daarop volgende jaar. Tot vorig jaar besloten sommige verzekeraars wel eens gedurende het jaar bepaalde zorg niet meer te vergoeden wat tot veel verwarring leidde. (zie bericht op de website van ZN). Deze maatregel gaat van kracht vanaf 1 januari 2016.
Begin 2015 werd duidelijk dat Zorgverzekeraars Nederland (ZN) de zogenaamde ‘Dynamische lijst ggz’ had teruggetrokken. Volgens ZN was het de verantwoordelijkheid van Zorginstituut Nederland (ZINL) om aan te geven welke interventies in de ggz voldoen aan de stand van wetenschap en praktijk en daarmee vallen binnen het basispakket van de Zorgverzekeringswet (Zvw). Het ZINL vond echter dat zorgverzekeraars mogen bepalen of interventies tot de verzekerde prestaties Zvw horen. Omdat deze discussie breder speelt dan alleen voor de ggz is de minister hierover in gesprek gegaan met ZINL , ZN en de Autoriteit Consument en Markt (ACM).
Rol Netwerk Kwaliteitsontwikkeling GGZ
Een belangrijke basis voor het bepalen van de stand van wetenschap en praktijk van interventies zijn de zogenaamde zorgstandaarden. Het Netwerk Kwaliteitsontwikkeling GGz ontwikkelt voor alle DSM stoornissen deze zorgstandaarden. Onderdeel van de zorgstandaarden zijn in ieder geval effectieve interventies. In de zorgstandaarden kunnen naast wetenschappelijk bewezen effectieve interventies ook praktijk bewezen én consensus bewezen effectieve interventies komen. De toegevoegde waarde van een dynamische lijst ggz lijkt daarmee op termijn te zijn verdwenen.
Bron: psynip.nl
Dit bericht is 5196 keer gelezen.