6 april 2022 – De oorlog in Oekraïne houdt kinderen en jongeren in Nederland volop bezig. Meer dan de helft van de 10- tot 18-jarigen denkt er vaak of regelmatig aan. Bij twee van de drie jongeren gaat dat gepaard met vervelende gevoelens zoals boosheid, verdriet of angst. Bijna de helft van de jongeren is bang dat er ook in Nederland oorlog komt.
UNICEF deed in maart onder ruim 1000 kinderen en jongeren tussen 10 en 18 jaar onderzoek naar de uitwerking die de oorlog in Oekraïne op hen heeft. Uit deze peiling, uitgevoerd door onderzoeksbureau No Ties, blijkt dat 96% van de kinderen en jongeren aan de oorlog in Oekraïne denkt, waarvan iets meer dan de helft regelmatig of vaak. Omgerekend gaat het om zo’n 1,5 miljoen jongeren.
Twee derde van de jongeren heeft vervelende gevoelens door de oorlog in Oekraïne. Vooral boosheid, verdriet en angst worden genoemd. Iets minder dan de helft van deze jongeren is bang dat de oorlog ook in Nederland uitbreekt. Tegelijkertijd is ruim een derde van de 10- tot 18-jarigen hoopvol dat de oorlog goed gaat aflopen.
Basisschoolleerlingen denken vaker dan middelbare scholieren dat er ook in Nederland oorlog komt (53% tegenover 41%). Op de middelbare school voelen kinderen zich vaker machteloos (28% tegenover 21% op de basisschool).
Kinderen en jongeren kunnen hun zorgen gelukkig goed delen in hun omgeving, bijvoorbeeld met ouders, vrienden en op school. Vier op de vijf jongeren praten met hun ouders over de oorlog in Oekraïne. Ongeveer de helft bespreekt de gebeurtenissen met leeftijdsgenoten. Ook op school is er aandacht voor de oorlog in Oekraïne: 92% van de basisschoolleerlingen geeft aan dat er tijdens de les over de oorlog in Oekraïne wordt gepraat. Dit is méér dan bij middelbare scholieren, van wie 81% aangeeft dat er tijdens de les over wordt gesproken.
Meisjes praten vaker dan jongens met vrienden of vriendinnen over de oorlog in Oekraïne. Bijna de helft van de meisjes doet dit (46%), tegenover 31% van de jongens. Kinderen op de basisschool praten weer vaker dan middelbare scholieren met hun ouders over de oorlog in Oekraïne (88% tegenover 79%).
UNICEF benadrukt dat het in het belang van kinderen en jongeren is dat zij thuis en op school over hun zorgen kunnen praten. Door hun gevoelens serieus te nemen, kunnen mensen in hun omgeving zorgen en angsten verminderen. De kinderrechtenorganisatie heeft in de afgelopen weken 40.000 leerkrachten voorzien van gesprekstips en geeft ook online advies aan ouders.
UNICEF vroeg kinderen en jongeren ook of ze in actie komen voor de Oekraïners. Dat is het geval voor één op de drie Nederlandse jongeren. Eén op de vijf komt nu nog niet in actie, maar is wel van plan dit te gaan doen. Kinderen op de basisschool zijn tot nog toe vaker in actie gekomen voor Oekraïne dan middelbare scholieren (50% tegenover 26%). Zo hielpen kinderen met het inzamelen van lege flessen om statiegeld te doneren of met een sponsorloop op school.
Jongerenopiniepeiling UNICEF
De peiling onder kinderen en jongeren van 10 tot 18 jaar is de eerste in een reeks peilingen die UNICEF Nederland dit jaar uitvoert. De kinderrechtenorganisatie doet de peilingen om te onderzoeken wat kinderen en jongeren bezighoudt en om op die manier de stem van jongeren te kunnen laten horen. UNICEF geeft zo invulling aan artikel 12 van het Kinderrechtenverdrag. Daarin staat dat kinderen het recht hebben om gehoord te worden en om hun mening te geven over zaken die hen aangaan.
Jongerenopiniepeiling UNICEF mrt 2022 Oorlog in Oekraïne
Bron: persbericht
Dit bericht is 2694 keer gelezen.