4 oktober 2019 – Minister De Jonge beantwoordt Kamervragen van Lisa Westerveld en Kathalijne Buitenweg (beide Groenlinks) over het aanpakken van pro-anorexia websites en ‘anorexiacoaches’.
1. Bent u bekend met het artikel ‘Zelfbenoemde ‘coaches’ actief op zoek naar seks op pro-anorexiasites’? 1)
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met dit artikel.
2. Was het artikel voor u reden om verder onderzoek te doen of in te grijpen? Zo nee, waarom niet?
3. Heeft u enig idee hoe omvangrijk pro-anorexia sites zijn in Nederland? En hoe groot de online gemeenschap is van jongeren die elkaar via websites en sociale media aanmoedigen om een ernstige eetstoornis te ontwikkelen? Heeft u in het vizier om welke websites, fora en sociale mediakanalen het gaat? Zo nee, bent u het met ons eens dat dit onderzocht moet worden?
Antwoord 2 en 3
Het Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel (CKM) voert in samenwerking met GGZRivierduinen Eetstoornissen Ursula een onderzoek uit naar het verband tussen meisjes met anorexia en slachtofferschap van seksueel geweld. Het artikel gaat in op de voorlopige resultaten van dit onderzoek.
Er is niet in kaart gebracht hoe omvangrijk de pro-anorexia websites zijn in Nederland en er is geen totaalbeeld van de websites, fora en sociale mediakanalen. De eindrapportage van het onderzoek bevat wel een nadere analyse over het aantal veelgebruikte pro-anorexia websites. We weten niet hoe groot de online gemeenschap van jongeren is die elkaar via websites en sociale media aanmoedigen.
Het onderzoek van het CKM en GGZ Rivierduinen loopt nog. Het eindrapport wordt dit najaar verwacht. Met het eindrapport en de aanbevelingen die voortkomen uit het onderzoek gaan we aan de slag en bekijken we of aanvullend onderzoek nodig is. Hier zullen we uw Kamer over informeren.
4. Heeft u inzicht in het aantal ‘coaches’ dat op deze manier actief is? Heeft u inzicht in de wijze waarop deze ‘coaches’ misbruik van kwetsbare jongeren proberen te maken?
Antwoord 4
Nee. Het CKM heeft contact gelegd met in totaal 45 pro-anorexia coaches. Hoewel het onderzoek nog niet is afgerond, heeft het CKM aangegeven dat het onderzoek inzicht verschaft in de handelswijze van pro-anorexia coaches maar niet in de omvang van het fenomeen. De werkwijze van dergelijke coaches bestaat volgens het CKM in het algemeen uit het reageren op berichten van jongeren die via pro- anorexia fora op zoek zijn naar manieren om af te vallen en beloven hen hulp.
Meestal verlopen de gesprekken daarna via chat apps als KIK of Messenger, waarin zij proberen het vertrouwen te winnen van de jongeren door middel van steun en bevestiging. De coaches – veelal mannen of mannen die zich voordoen als vrouw – beloven afvaltips te geven, maar vragen in ruil voor hulp vaak snel op een dwingende wijze om foto’s of filmpjes (in ondergoed of naakt) en seks.
5. Is uw standpunt zoals verwoord in de brief van 12 april 2018, dat een verbod op pro-ana websites om verscheidene redenen niet effectief zal zijn, nog steeds actueel? 2) Heeft u ideeën over de meest effectieve aanpak om kwetsbare jongeren die deel uit maken van dergelijke gemeenschappen het beste te beschermen? Zo nee, wilt u daar over in gesprek gaan met experts?
6.
Ziet u mogelijkheden om jongeren betere voorlichting te geven over het gevaar van eetstoornissen en het gevaar van dit soort online gemeenschappen?
Antwoord vraag 5 en 6
We verwerpen de verheerlijking van eetstoornissen, op sociale media, websites of anderszins. We vinden bestaan van deze websites onwenselijk, maar zien een verbod niet als een effectieve aanpak.
Mensen die aan anorexia lijden ervaren schaamte en hebben de indruk in een sociaal isolement te verkeren. Een dergelijk verbod zou het stigma rondom anorexia en ondergewicht juist bevestigen en de zoektocht naar hulp kunnen belemmeren. Een aantal experts geeft bovendien aan dat een verbod op pro- anorexia sites juist averechts kan werken. Ervaringsdeskundigen stellen dan ook dat de focus moet liggen op de psychische klachten die mensen met anorexia hebben. Het kabinet ziet – vanwege het belang van de patiënten – op dit moment geen aanleiding om het Nederlandse standpunt te wijzigen.
We maken ons hard voor de strafrechtelijke bescherming van slachtoffers van online of fysiek seksueel misbruik:
Afhankelijk van de concrete situatie en omstandigheden zijn er verschillende strafbaarstellingen die op deze gevallen van toepassing kunnen zijn. Ingeval coaches naaktfoto’s van minderjarige meisjes onder de achttien jaar in hun bezit hebben is sprake van het in bezit hebben van kinderpornografie waarvoor vervolging mogelijk is. Algemene strafbepalingen (zoals afpersing, afdreiging, smaad, laster) bieden bescherming op het moment dat misbruik van seksueel beeldmateriaal plaatsvindt. Uw Kamer heeft op 21 mei jl. het wetsvoorstel herwaardering strafbaarstelling actuele delictsvormen, met daarin de zelfstandige strafbaarstelling van misbruik van seksueel beeldmateriaal (waaronder wraakporno), aangenomen1. Voorts stelt art. 248e Sr grooming strafbaar. Grooming is de digitale equivalent van kinderlokken, waarbij door middel van online communicatie het vertrouwen van een minderjarige onder de zestien jaar wordt gewonnen, met het uiteindelijke doel ontuchtige handelingen met deze minderjarige te plegen of kinderpornografie te vervaardigen. Sinds 1 maart jl. maakt de wet Computercriminaliteit III de inzet van de lokpuber mogelijk.
Daarnaast zetten we ons in om kwetsbare jongeren die deel uit te maken van dergelijke gemeenschappen te beschermen:
Een aantal bevlogen zorgprofessionals, tevens experts op het terrein van eetstoornissen (kinder- en jeugdpsychiaters, psychologen, klinieken voor eetstoornissen en kinderartsen) heeft eind januari 2019 een stuurgroep opgericht onder de noemer K-EET (landelijke ketenaanpak eetstoornissen). K-EET wil de zorg van anorexia op korte en lange termijn te verbeteren. Dit gebeurt aan de hand van bouwstenen. Eén van de bouwstenen is de ontwikkeling van een realistisch en maatschappelijk frame rondom eetstoornissen, zowel voor cliënten, hulpverlening als de maatschappij. Het geven van voorlichting aan jongeren kan een belangrijke stap zijn in het beter beschermen van kwetsbare jongeren. K- eet onderzoekt hoe de voorlichting op zodanig vorm kan worden geven zodat de potentieel schadelijke effecten (bijv. op een idee brengen) tot een minimum wordt beperkt.
Ook in de GGZ voor volwassenen wordt hard gewerkt aan de aanpak van lange wachttijden. De zogenaamde hoofddiagnosegroep ‘eetstoornissen’, waaronder anorexiapatiënten vallen, wordt daarin ook meegenomen. De landelijke gemiddelde wachttijd voor de behandeling van een eetstoornis schommelt rond de daarvoor gestelde Treeknorm van 14 weken. Hierover heeft de staatssecretaris van VWS uw Kamer in juli geïnformeerd (Kamerstuk 25424, nr. 481).
Er is een toenemend aantal websites dat aanmoedigt tot herstel. Zo zijn er websites als www.proud2Bme.nl en de online ontmoetingsplek www.ikookvanmij.nl opgericht. We bekijken op welke wijze we deze websites bij de doelgroep nog meer onder de aandacht kunnen brengen. In de herziene richtlijn audiovisuele mediadiensten van de Europese Commissie, die uiterlijk op 19 september 2020 omgezet moet zijn in Nederlandse wetgeving, wordt geregeld dat videoplatformdiensten passende maatregelen moeten nemen om minderjarigen te beschermen tegen content die hun lichamelijke, geestelijke of morele ontwikkeling kunnen aantasten. Passende maatregelen kunnen bijvoorbeeld bestaan uit het vooraf waarschuwen van de kijker voor de schadelijke inhoud of het ontoegankelijk maken van de content voor minderjarigen. De videoplatformdiensten leggen deze maatregelen vast in een gedragscode. Het Commissariaat voor de Media ziet toe op de in Nederland gevestigde videoplatformdiensten.
Daarnaast willen we de uitkomsten van het rapport bespreken met de onderzoekers en experts, zoals de stuurgroepleden van K-eet. Op basis daarvan bekijken we of aanvullende maatregelen nodig zijn.
1) Trouw.nl, 31 mei 2019
2) Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport inzake Pro- Ana websites d.d. 12 april 2018, 2018D24515
Bron: rijksoverheid.nl
Dit bericht is 3384 keer gelezen.