13 februari 2018 – Steeds meer huisartsen hebben een POH-GGZ, een praktijkondersteuner geestelijke gezondheidszorg. Dat blijkt uit cijfers van Vektis. POH-GGZ is een relatief nieuw beroep. Met de invoering van de basis ggz in 2014 is de functie van de POH-GGZ verder uitgebreid. Audry Kenter werkt als POH-GGZ bij huisartsenpraktijk Stroes en Lems in Driebergen. We zochten Audry op om meer te weten te komen over haar werk.
“POH-GGZ is een relatief nieuw beroep. Er is een speciale opleiding voor, een vooropleiding psychologie, sociaalpsychiatrisch verpleegkundige of maatschappelijk werk komt eerst. Ik heb zelf toegepaste psychologie gestudeerd en 5 jaar gewerkt in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) als praktijkassistente bij een psychologische en pedagogische praktijk.
Toen ik 4 jaar geleden de overstap maakte naar de huisartsenpraktijk heb ik eerst de opleiding tot POH-GGZ gevolgd. In die tijd werkte ik 8 uur per week in deze functie. Inmiddels is dat 13 uur. En mijn uren zitten iedere week weer vol. De huisarts verwijst vaker door en het komt steeds meer voor dat patiënten zelf de behoefte uitspreken naar de POH-GGZ te willen. De psychologische zorg die wij verlenen is laagdrempelig. Ik heb patiënten in de leeftijd van 16 jaar tot in de 90, vrouwen en mannen.
Een geestelijke aandoening krijgen kan ons allemaal overkomen, daar zijn geen richtlijnen voor. In de ggz zeggen ze dat de POH-GGZ de ‘leukste’ patiënten krijgt. Wij krijgen inderdaad de hele zware gevallen niet. Mijn inzicht en inzet hebben een direct en zichtbaar effect op mensen. Dat geeft veel voldoening.”
Aantal huisartsen met een POH-GGZ |
Verschil tussen huisartsenpraktijk en ggz
“Ik kom oorspronkelijk uit de ggz en zie wel verschillen met het werken in een huisartsenpraktijk. Richting mijn patiënten voel ik een ander soort verantwoordelijkheidsgevoel. De relatie nu is minder tijdelijk, patiënten blijven verbonden aan de praktijk. Sommige patiënten vragen na een tijd of ze ‘weer even naar Audry’ mogen, om bij te praten of omdat ze toch nog een steuntje in de rug nodig hebben. Dat vind ik als zorgprofessional prettig, je bouwt een andere band op met een patiënt. Psychische klachten kunnen een relatie hebben met lichamelijke klachten, en andersom. In de huisartsenpraktijk zijn de collega’s medisch onderlegd en wordt er dus ook meer vanuit dat perspectief gewerkt. Huisartsen leren steeds beter om patiënten ook vanuit de psychische kant in de gaten te houden. Omdat dat voor huisartsen niet hun tweede natuur is kan de communicatie over een patiënt soms wat moeizamer gaan dan in een ggz-omgeving. Daar hebben collega’s aan een half woord genoeg en is er meer tijd voor overleg. Nu ben ik meer op mezelf, mijn eigen kennis, kunde en oordeel aangewezen. Tegelijkertijd ligt daar een mooie uitdaging voor mij en de POH-GGZ’ers in Nederland, om de samenwerking en communicatie met de huisartsen verder te verbeteren.”
Het consult
“Iedere behandeling is maatwerk en het aantal consulten dat nodig is loopt dan ook sterk uiteen. Gemiddeld komt iemand 5 keer op consult bij mij. Ik geef patiënten de zorg die ze op dat moment nodig hebben. Wat dat is hangt af van de zorgvraag, de leeftijd en de levensfase waar iemand in zit. Mensen nemen hun dagelijkse zorgen en beslommeringen mee naar hier en dat kan betekenen dat ik mijn behandelplan aan de kant moet schuiven en een andere richting op ga met iemand. De POH-GGZ werkt klacht- en oplossingsgericht. Wanneer mensen daarvoor openstaan, kan het ook een laag dieper gaan. Dan komt bijvoorbeeld de cognitieve gedragstherapie aan de orde. Over het algemeen zijn mensen na een aantal consulten klaar en dus zie je ze daarna niet meer terug. Maar er zijn ook chronische gevallen, mensen die structureel begeleiding nodig hebben. Een nieuwe trend is ook dat ik patiënten terugkrijg uit de gespecialiseerde ggz.”
Meeste patiënten POH-GGZ een jaar laten geen zorg meer
Top 3 diagnoses
“De meeste mensen komen met stemmingsklachten bij mij; depressie en somberheid. Ik heb niet het idee dat dat heel seizoensgebonden is, in de winter zijn er ongeveer evenveel patiënten als in de zomer. Op 2 staan de tijdelijke stressklachten zoals overspannenheid en burn-out. En angst maakt de top 3 compleet. Dat komt dus aardig overeen met het onderzoek van Vektis.”
Bron: vektis.nl
Dit bericht is 8480 keer gelezen.