X

Kenmerken en behandeling van verzamelstoornis of hoardingproblematiek

26 februari 2023 – Hoe besluit je wat je wil wegdoen en wat je wil bewaren?  Voor mensen met een verzamelstoornis of hoardingproblematiek is dit een enorme uitdaging. In de lunchwebinar van OCDnet op 23 februari spraken Marijda Fournier en Maike Kramer van Altrecht Academisch Angstcentrum over de kenmerken en de behandeling van mensen met deze problematiek.

Kenmerken van verzamelstoornis
Mensen met een verzamelstoornis raken gevangen in de drang om dingen te verzamelen en te bewaren en het lukt hen niet goed om hun spullen te organiseren en ordenen. Vaak vinden ze het lastig om te besluiten wanneer spullen belangrijk zijn en wanneer niet. Als gevolg daarvan raken ze het overzicht kwijt en raakt het huis steeds voller op een ongeorganiseerde manier. De gevolgen zijn last en lijden bijvoorbeeld in de vorm van schaamte om mensen thuis uit te nodigen, isolement en conflicten met familie en omgeving.

In de DSM-5 is verzamelstoornis een aparte classificatie geworden. Daarvóór werd de stoornis als onderdeel van de dwangmatige stoornis gecategoriseerd, maar veel mensen met verzamelstoornis (18-20%) hebben geen dwang en uit onderzoek blijkt dat hoarding een andere neurologische basis heeft. Met de DSM-5 is veel helderder geworden wat de kenmerken van deze problematiek zijn. De beschreven kenmerken van de stoornis zijn:

  • Moeite met voorwerpen wegdoen
  • Sterke neiging voorwerpen te bewaren
  • Dit resulteert in een grote opeenhoping spullen
  • Veroorzaakt duidelijk lijden/disfunctioneren
  • Niet veroorzaakt door medische aandoening
  • Niet veroorzaakt door andere psychische stoornis (zoals dwang, autisme, dementie)

Bij de helft van de mensen is er weinig tot geen ziekte-inzicht; deze mensen hebben niet in de gaten hoe ernstige de problematiek is. Ca. 75% heeft een comorbide angst- of stemmingsstoornis zoals depressieve stoornis (50%), ADHD (20-30%) of gegeneraliseerde angststoornis (25-33%).

Clutter Image Rating Scale
Een aantal handvatten voor de diagnostiek van verzamelstoornis zijn:

Verzamelstoornis behandelen: Cognitieve Gedragstherapie
Verschillende studies laten de effectiviteit van Cognitieve Gedragstherapie (CGT) bij hoarding zien (zie bijvoorbeeld Rodgers, McDonald & Wootton, 2021; Bodryzlova, Audet, Bergeron & O’Connor, 2018). Naarmate onderzoekers en behandelaren meer ervaring opdoen met de behandeling wordt deze steeds effectiever. Bij een derde van mensen is er een klinisch significante verandering.

Resultaten van van CGT bij hoarding zijn:

  • mensen hechten zich minder aan spullen,
  • het ruimtelijk inzicht neemt toe,
  • ze kunnen beter beslissingen nemen,
  • ze hebben snellere informatieverwerking,
  • ze kunnen beter weggooien,
  • ze kunnen de drang spullen mee te nemen beter weerstaan,
  • het aantal spullen neemt af (hier blijft er ruimte voor verbetering).

Het behandeltraject
Het behandeltraject van mensen met verzamelstoornis of hoardingproblematiek vergt volgens Maike Kramer en Marijda Fournier in grote mate teamwerk. De samenwerking met ambulante thuisbegeleiders of professional organizers maakt bij Altrecht Academisch Angstcentrum altijd deel uit van de behandeling. Ook het betrekken van familie maakt onderdeel uit van de behandeling.

De behandeling is gericht op het veranderen van verzamelgedrag en op het veranderen van overtuigingen die het verzamelgedrag in stand houden. Daarnaast leert de cliënt vaardigheden om het huis prettig bewoonbaar te maken en te houden. Het behandeltraject bij Altrecht wordt in een groeps-setting aangeboden. Onderdelen van het traject zijn:

  • psychoeducatie,
  • verminderen van binnenhalen van spullen,
  • cue-exposure,
  • gedachten uitpluizen,
  • ordenen en organiseren,
  • wegdoen van spullen (pas later in het traject, nadat mensen vaardigheden geleerd hebben om dit goed te doen en geleerd hebben hun overtuigingen te zien en veranderen)
  • en tenslotte terugvalpreventie.

Heel concreet gingen Maike en Marijda tijdens de webinar ook in op het opstellen van besliscriteria om spullen weg te doen en op tips voor behandelaren zoals: een zichtbaar doelgebied kiezen bij het opruimen en spullen meteen wegbrengen als de cliënt besloten heeft iets weg te doen. De vooruitgang in de behandeling kan heel klein zijn. Blijf dus de kleine stappen en veranderingen vieren, wees je eigen cheerleader!

Wil je meer weten over het behandelprotocol? Kijk dan naar de Handleiding voor de Therapeut en Werkboek voor de Cliënt van Marijda Fournier en Marjolijn Korteweg.

Bron: nedkad.nl

 

 

Dit bericht is 5344 keer gelezen.

Redactie:

This website uses cookies.