17 oktober 2020 – De herfst: een prachtig seizoen voor velen, maar voor ongeveer 5% van Nederland niet. Zij kampen met een herfstdepressie of een winterdepressie. Niet te verwarren met de lichte ‘winterdip’. Hoe herken je dit fenomeen en hoe ga je ermee om? Gidsingezondheid.nl vroeg het aan GZ-psycholoog Marijn ten Berg.
Hoe serieus is zo’n herfst- of winterdepressie? Het klinkt als een modeverschijnsel.
‘Heel serieus. Officieel spreken we van een seizoensgebonden depressie. Tussen de 4 en 5% van de bevolking heeft er last van. De klachten zijn vergelijkbaar met die van een normale depressie: minimaal twee weken achtereen is er sprake van een sombere stemming en/of verlies van interesse in allerlei activiteiten. Daarnaast horen er andere symptomen bij zoals: vermoeidheid, verandering in eetlust en in slaappatroon. Uiteraard kan het langer aanhouden. Een seizoensgebonden depressie is minimaal twee jaar achter elkaar aanwezig. Ook typerend: meer behoefte aan koolhydraten.’
Wat is het verschil met de bekende ‘winterdip’?
‘Een winterdip is iets anders en komt bij veel meer mensen voor. Je bent dan heel vermoeid, hebt weinig energie. Bij een dip kom je echt nog wel je bed uit om naar school of werk te gaan. Bij een seizoensgebonden depressie is dat een hele opgave of niet eens mogelijk.’
Wat is er bekend over de oorzaken?
‘De belangrijkste oorzaak is de hoeveelheid daglicht en de invloed daarvan op de aanmaak van het hormoon melatonine. Je melatoninespiegel regelt je biologische klok. Je gaat ‘aan’ als die laag is en je wordt juist moe als er melatonine wordt aangemaakt. Daglicht onderdrukt de aanmaak van melatonine, maar vanaf de herfst worden de dagen korter, dan zitten we meer binnen en ontvang je veel minder daglicht. Hierdoor voel je je tijdens de herfst en winter dus meer vermoeid.’
Nu schijnen vrouwen er meer last van te hebben dan mannen?
‘In zijn algemeenheid hebben vrouwen inderdaad meer last van depressie en angststoornissen dan mannen, maar de oorzaak is niet eenduidig. Wel weten we dat vrouwen en mannen andere psychische klachten ontwikkelen. Mannen externaliseren bijvoorbeeld meer, bij hen gaan psychische klachten dus in gedrag zitten. Bij vrouwen slaat het meer naar binnen.’
Als je gevoelig bent voor de donkere dagen, wat kun je dan doen tegen depressie?
‘Naar buiten, naar buiten, naar buiten. En dan vooral ’s ochtends. Dan is er veel blauw licht en dat remt ook de aanmaak van melatonine. Lichttherapie kan ook helpen. Ik heb zelf net toevallig een daglichtbril aangeschaft, die simuleert daglicht met veel blauw licht. Een collega van mij had er veel baat bij. ’s Ochtends bij het opstaan meteen die bril opzetten, schijnt heel goed te werken. Je biologische klok wordt dan beter gereguleerd.’
En verder, wat kunnen we nog meer doen?
‘Niet in je bed kruipen. Ritme houden, voor 8.00 uur opstaan. Want als je dat loslaat, kun je in een depressiecirkel terecht komen. Je wordt passief omdat je somber bent en als je passief bent, zijn er geen dingen meer om voldoening uit te halen. Dan word je nóg somberder. Vanuit de gedragstherapie weten we ook dat het belangrijk is om mensen te activeren: bijvoorbeeld een rondje lopen of een andere activiteit ondernemen. Ook al hebben ze daar dan geen zin in.’
En als het om een lichte dip gaat, wat kun je die mensen adviseren?
‘Ook voor hen is regelmaat belangrijk. Ik geef zelf altijd de tip om de dag met twee glazen water te beginnen. Dan ga je echt aan. En naar buiten dus: zoek de natuur op en ervaar de ontspanning daarvan. Sporten is ook altijd goed natuurlijk; de endorfine die je dan aanmaakt geeft een positieve boost aan je hersenen. Maar een stevige wandeling kan al voldoende zijn. Gezond eten is belangrijk en steeds meer onderzoek wijst erop dat een tekort aan vitamine D een belangrijke factor is, dus ik raad mensen aan dit bij te slikken in de winter.’
Duidelijk. Is er tot slot ook iets dat je NIET moet doen?
Zeker. Alcohol is funest, zowel voor een goede nachtrust als voor je stemming. Dat zien we ook al bij matige drinkers. Dus als je écht last hebt van een herfst- of winterdip, zit hier misschien een deel van de oplossing: probeer dat wijntje toch eens te laten staan.’
Bron: gidsingezondheid.nl
Dit bericht is 5001 keer gelezen.