13 mei 2019 – Jarenlang werd hij de meest invloedrijke man van Nederland genoemd. Alexander Rinnooy Kan, was onder andere voorzitter van de SER, lid van de Raad van Bestuur van ING en voorzitter van VNO. Nu is hij hoogleraar en senator voor D66 in de Eerste Kamer. Al die jaren heeft hij op het hoogste niveau gefunctioneerd, maar ondertussen leed hij aan angst en paniekaanvallen. Daarover praat hij nu met journalist Jeroen Mei in de nieuwste uitgave van het magazine Vizier van de Angst Dwang en Fobie Stichting (ADF).
Paniekaanvallen verstoren het leven van een half miljoen mensen in Nederland. Vaak overvalt de eerste paniekaanval de patiënt van het ene op het andere moment. Plotseling krijgt iemand hartkloppingen, begint te trillen, krijgt het benauwd en ervaart een allesoverheersende angst.
Het gevolg is dat patiënten vaak niet meer normaal kunnen functioneren en werk of sociale omstandigheden gaan vermijden, uit angst te worden overvallen door een aanval. Zij zijn bang de controle over zichzelf te verliezen, bang om gek te worden of dood te gaan. Veel mensen met een paniekstoornis lijden in stilte. Zij proberen hun ziekte te verbergen, zij schamen zich en zoeken geen hulp. Daarom zet de ADF stichting zich in voor meer openheid over deze psychische aandoening, zodat het taboe wordt doorbroken en patiënten hulp gaan zoeken in de vorm van medicatie en therapie.
‘De eerste keer was een grote schrik. Ik ervoer het als enorm bedreigend’
Alexander Rinnooy Kan (69) heeft de stap genomen open te zijn over zijn paniekaanvallen, “wetende dat ik niet de enige ben en wetende dat andere mensen misschien wat steun kunnen ontlenen aan het feit dat zij niet de enige zijn”.
Uit het interview: “De eerste keer was voor mij een grote schrik. Ik had het gevoel of ik de controle over mijn leven aan het verliezen was. Ik ervoer het als enorm bedreigend. Fysiek ging het samen met maag-krampen. Vervolgens kon een gevoel van onbestemde angsten nog weken aanhouden. Na die eerste keer kwam het met enige regelmaat terug, ook op momenten dat ik dacht dat het best weer goed ging.”
Paniekaanvallen beginnen vaak na een ingrijpende gebeurtenis in het leven. Dat was ook het geval bij Alexander Rinnooy Kan. Het begon toen hij 27 was, in het jaar dat zijn eerste huwelijk was stukgelopen, hij zijn moeder verloor die slechts 57 was geworden en het vermoeden bestond dat hij een kwaadaardig gezwel in de wervelkolom had. “Ik realiseerde me dat ik dit serieus moest nemen en de psycholoog bij wie ik mij meldde, gaf me groot gelijk. Ik kon gelukkig nog wel functioneren. Ik kan me voorstellen dat angst alles blokkeert.”
Toch heeft hij er in die jaren niet over gesproken. “Er zijn een paar mensen met wie ik mijn klachten deelde, allemaal achteraf (…). Niet uit schaamte, maar ik had wel een reden om het niet met iedereen te delen. Als je op een gegeven moment in leidinggeven-de posities belandt, dan verwachten de mensen die jouw leiding ondergaan daadkracht en zelfverzekerdheid. Eigenschappen die zich niet direct verdragen met het ondergaan van onverwachte angsten”.
“Wat ik nog steeds vreemd vind is dat het vaak zonder rechtstreekse aanleiding gebeurde. Ik kon gewoon over straat lopen en dan sloeg het ineens toe (…). Vooral als zo’n angstaanval plotseling opkwam, heb ik wel eens een beetje lopen vloeken: waarom overkomt mij dit?! Maar er was geen schuldvraag, niet iets waar ik iets aan kon doen. En toch had ik er ongelooflijk last van”. “
Nu heb ik het misschien nog één of twee keer per jaar. Ik heb geluk gehad, want er zijn een heleboel mensen die er hun hele leven behoorlijk veel last van blijven houden (…). Het heeft mij in ieder geval heel veel empathie bezorgd in de richting van andere slachtoffers.”
Bron: persbericht
Dit bericht is 4281 keer gelezen.