8 februari 2018 – Minister de Jonge (VWS) heeft in debat over Toegankelijkheid samenleving voor gehandicapten in kader van het VN verdrag zich uitgesproken over ervaringsdeskundigen en hen te betrekken daar waar besluiten worden genomen in gemeenten.
Citaat uit ongecorrigeerd stenogram 31 januari jl.:
” ik ben meer dan bereid om nog een keer te zeggen dat ik vind dat ervaringsdeskundigheid op alle niveaus waarop besluiten worden genomen betrokken moet worden. Dus daar waar gemeenten zelf een lokale inclusieagenda maken, kunnen ze dat eigenlijk niet doen zonder dat ervaringsdeskundigheid daarbij betrokken is. Ik vind dus inderdaad dat bij het maken van zo’n lokale inclusieagenda natuurlijk cliëntervaringen betrokken horen te worden”.
Deze uitspraak van de minister zal de inzet van ervaringsdeskundigen in het sociale domein bevorderen.
Ieder(in) pleitte in een bericht in verband met dit debat voor een structurele financiering van ervaringsdeskundheid:
Het VN-verdrag schrijft voor dat ervaringsdeskundigen op alle niveaus worden betrokken bij het realiseren een inclusieve samenleving. Dus: bij het opstellen van beleid, de uitvoering en het monitoren. Dit betekent een structurele en langdurige inbreng van de stem van mensen met een beperking en hun vertegenwoordigende organisaties. De huidige subsidiëring is daar niet op afgestemd. Sterker nog, veel cliënten- en gehandicaptenorganisaties verkeren in een zeer kwetsbare positie.
Ieder(in) pleit er daarom voor dat zowel landelijke als lokale organisaties structureel voldoende middelen ter beschikking krijgen om de benodigde ervaringsdeskundigen te werven, ondersteunen en trainen. Verder zijn er ook extra middelen nodig om de ervaringsdeskundigen zelf fatsoenlijk te belonen voor hun inzet.
Bron: Rijksoverheid/ artikel van Ieder(in)
Dit bericht is 3385 keer gelezen.