6 oktober 2020 – De nieuwe en kleine jeugdzorgorganisaties doen het financieel goed, terwijl de helft van de grootste aanbieders van jeugdzorg op omvallen staat. Dat meldt dagblad Trouw, naar aanleiding van de jaarcijferanalyse over 2018 door Jeugdzorg Nederland.
De jaarcijfers laten zien dat bijna 1.500 kleine en vaak nieuwe aanbieders, die eenvoudige jeugdzorg aanbieden zoals hulp bij dyslexie, gemiddeld 35 procent winst maken. Maar een derde van de 64 grotere aanbieders, die onder andere pleegzorg, uithuisplaatsingen en crisishulp in hun aanbod hebben, draait zelfs verlies. De helft draait financieel slecht.
Volgens Jeugdzorg Nederland helpen de 64 grote aanbieders de meeste kwetsbare kinderen. De branchevereniging, waarvan een groot deel van die 64 grote spelers lid is, spreekt van “systeempartijen”: partijen die niet gemist kunnen worden voor de jeugdzorg in hun regio.
Gemeenten hebben in 2015 de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg overgenomen van de rijksoverheid, de zogenoemde decentralisatie. Gemeenten zouden dan beter in staat zijn om zorg op maat te leveren. Nu gaat echter een groot deel van het budget voor jeugdzorg van gemeenten naar kleine, nieuwe aanbieders van jeugdzorg. Daardoor blijft er te weinig geld over voor complexe hulp.
Vorig jaar concludeerden de inspecties voor Gezondheidszorg en Jeugd en voor Justitie en Veiligheid dat die decentralisatie tot forse problemen heeft geleid. Zo zouden kinderen met meerdere complexe problemen, zoals autisme en een eetstoornis, niet op de juiste plek en niet op tijd worden geholpen.
Bron: nos.nl
Dit bericht is 2065 keer gelezen.