3 juli 2020 – Vorig jaar verbeterde de financiële positie van de top-10 GGZ-organisaties opnieuw. Toch blijft naar de toekomst de schuld- en liquiditeitspositie kwetsbaar. Dit blijkt uit de Adstrat-benchmark van de financiële resultaten over 2019. Bovendien zullen dit jaar de resultaten hard worden geraakt door de Coronacrisis.
In 2019 steeg de omzet van de top-10 GGZ-organisaties met 5% naar 1,6 mrd euro. Dit is een opvallende groei van de grotere organisaties. Belangrijke redenen waren naast de jaarlijkse tariefindexatie een hogere productiviteit en de toename van het aantal behandelaren. Ook boekten verschillende instellingen eenmalige baten door de verkoop van vastgoed. Terwijl de personele kosten meegroeiden met de hogere opbrengsten, daalden de overige kosten naar gemiddeld 17%. Door de combinatie van de omzetgroei en kostenbeheersing verbeterde het bedrijfsresultaat naar gemiddeld 3%. De netto winst steeg vorig jaar aanmerkelijk, hoewel bij verschillende instellingen eenmalige baten uit het afstoten van vastgoed speelden.
De financiële ontwikkeling is positief. Volgens Gérard Brockhoff, partner bij Adstrat, laat de benchmark goed zien dat de grotere GGZ-organisaties hun bedrijfsvoering in 2019 verder verbeterden. “We zien over de laatste jaren gemiddeld genomen een verbetering naar een duurzaam beter financieel resultaat. Wel wordt het beeld licht gekleurd door de eenmalige vastgoedbaten van verschillende zorgaanbieders. Toch betekent de toename van de opbrengsten en de beteugeling van de indirecte kosten een financieel gezonder bedrijfsmodel, wat gezien de dynamiek in de sector ook noodzakelijk is voor de continuïteit en ontwikkeling van de instellingen naar de toekomst.”
Door de omzetgroei en afbouw van vastgoed verbeterde tegelijkertijd het kapitaalbeslag licht waarin door de bank genomen het geïnvesteerde vermogen verder daalde en de top-10 ‘leaner’ werd. De afslanking van vastgoed staat net als in verschillende andere zorgsegmenten in de GGZ-sector al jaren hoog op de agenda om naar de toekomst tot een structureel financieel houdbare huishouding te komen. De benchmark maakt duidelijk dat diverse grotere instellingen nog steeds een aanzienlijke vastgoedpositie hebben, ondanks het verder reduceren van gebouwen. Daarnaast bleef het werkkapitaalniveau in 2019 praktisch gelijk op ongeveer -1% van de omzet, wat gezien kan worden als een goed, investeringsniveau.
Hoewel de financiële positie verbeterde, blijft de vermogenspositie niettemin nog steeds kwetsbaar. Uit de Adstrat-benchmark komt naar voren dat de GGZ-organisaties een goede solvabiliteit kennen, maar voor een houdbaar financieel vooruitzicht de schulddekking feitelijk te laag blijft. Verschillende instellingen houden een te hoge schuld in verhouding tot hun resultaatontwikkeling. Dat komt goed naar voren in de liquiditeitspositie. Ondanks een positieve current ratio, blijft wat betreft de kasstroomontwikkeling de liquiditeitspositie van de grotere instellingen onder druk staan en teerden vorig jaar verschillende grotere GGZ-organisaties in op hun financiële reserves.
Dat is geen houdbare situatie, zegt Brockhoff. “Voor een financieel bestendige positie zal naar de toekomst de schuld van de grotere instellingen verder moeten worden terug gebracht. Dat vraagt voor verschillende instellingen vermoedelijk aanvullende strategische keuzen in de mix van behandeling en regio’s. De afbouw wordt dit jaar in elk geval een uitdaging, omdat de Coronacrisis naar verwachting een forse, negatieve impact zal hebben op de omzet- en resultaatontwikkeling in de GGZ-sector.” Volgens Brockhoff zou het voor de financiële ontwikkeling goed zijn als de instellingen hun vastgoedlocaties verder weten af te bouwen en zorgverzekeraars en banken dit jaar tijdelijk begrip tonen in vergoedingen en aflossingen.
Bron: persbericht
Dit bericht is 1750 keer gelezen.